Multiculturele moordenaars

29 juli 2011 - Belmont, Australië

Apah kabar!

Da's hoe ze in Maleisië hallo zeggen, of "hoe gaat het" als je er een vraagteken achter zet. Mijn eerste paar uur in Maleisië verschilden niet heel erg veel van mijn eerste paar uur in Thailand. Weer een nieuw land dat er een stuk welvarender uitziet dan het vorige, een drukke weg om langs te rijden en een stip op de kaart als bestemming voor de eerste dag.

 Er waren ook wel wat dingen anders aan de eerste indruk van Maleisië t.o.v. Thailand. Ten eerste, waar in Thailand niemand Engels sprak en nergens westers alfabet te bekennen was, leek in Maleisië iedereen Engels te spreken. En waar in Thailand een auto voor mij stopte (met Jay die mijn zo ontzettend hielp, remember?), reed de auto in Maleisië gewoon door en knalde tegen mijn fiets. Nee echt, ik was er van overtuigd dat het niet mijn fout was maar blijkbaar had de automobilist geen zin om daar op in te gaan want toen ik mijn fiets naar de kant van de weg sjouwde nam hij of zij mooi de gelegenheid verder te rijden. Welkom in Maleisië, sterf onder mijn wielen!

Het geluk was dat ik A. persoonlijk nog niet eens een schrammetje had en B. me in het plaatsje, Alor Setar, bevond waar ik toch al de nacht wilde verblijven. Mijn fiets had de klap goed opgevangen en dat was te zien. De schade bestond o.a. uit een gebogen wiel, kapotte kettingkast en een verbogen trapper. Ik kon er zeker niet meer mee fietsen dus sleepte ik mijn fiets mee en vroeg rond naar een fietsenmaker. Het was zondag dus de eerste paar waren gesloten, maar uiteindelijk vond ik er dan een die open was. Voor 45 ringgit, nog geen 12 euro, kon ik mijn fiets de volgende dag om half 9 's ochtends weer oppikken en kwam het dus allemaal goed!

Omdat ik dus wat later vertrok dan normaal die dag kon ik niet een hele grote afstand afleggen. Het was nog zo'n ruim 100 km naar Penang, een eiland net van de westkust, waar ik Ivan weer op wilde zoeken. Ivan was de gekke Maleisische jongen die deel was van de groep Susu/Tran/Jun/Anh/Thuy in Hue, Vietnam. Herinneren we ze nog? Hoe dan ook, 100 km was te ver voor die dag en eigenlijk maakte het ook niet veel uit, aangezien het me in de gelegenheid stelde de dag erop om 12 uur 's middags met Ivan in een cafeetje af te spreken.

Georgetown, de grootste stad op het eiland, was een grote verassing voor mij. Ik had me van tevoren eigenlijk niet echt ingelezen over Maleisië. Bijna alle reizigers hebben het altijd over Thailand, Vietnam , Cambodja en Laos. Maleisië leek voor veel mensen gelijk aan een stop in Kuala Lumpur op weg naar de noordelijkere gelegen landen, dus ik had niet echt verwachtingen van het land. Georgetown of eigenlijk Penang als geheel was daarmee de eerste verrassing. Eerder viel me al op dat Maleisië veel multicultureler was dan Thailand. Ik fietste langs een Chinese tempel, dan weer langs een islamitisch kerkhof, later langs een hindoeïstische tempel om zelfs weer af en toe een kerk te zien. Ook in Alor Setar zag ik al veel meer Chinese invloeden dan ik sinds China gezien heb. Georgetown deed er nog een schepje bovenop doordat het een erg grote miljoenenstad bleek te zijn met Chinese, Europese, Indische en natuurlijk hun eigen Maleisische invloeden. Grappig genoeg deed het me met zijn ligging aan het water nog het meest aan Hong Kong denken, een stad die me ook erg goed beviel. Ik had geen idee waar ik eerder naar op weg was dus om ergens heen te fietsen puur om een oud reismaatje op te zoeken en in zo'n plek te belanden was een leuke verrassing! 

De dagen erop leidde Ivan me rond het eiland in zijn auto. Hij leerde me wat Maleisisch (al had ik het nauwelijks nodig omdat vrijwel iedereen Engels leek te spreken), liet me alle plekken van het eiland zien (en er was veel te verkennen!) en vertelde me veel over de geschiedenis en cultuur van Maleisië, waarbij hij inderdaad kon bevestigen dat Maleisië bestaat uit zo'n 60% Malay, 25% Chinees, 10% Indisch en 5% mix. Ter vergelijking: de bevolking van Thailand bestaat voor 96% uit boeddhistische Thai! Ook bleek iedereen zo goed Engels te spreken doordat Maleisië zo lang bezet was door de Britten en delen ervan zelfs door de Nederlanders, maar daarover later meer. Dit was het eerste echt multiculturele land dat ik bezocht in Azië en het beviel goed, die mengelmoes van culturen. 

Verder gingen we ook nog een aantal avonden uit, hadden we veel plezier en al met al vloog de tijd voorbij. Na bijna een week had ik toch weer de behoefte om verder te gaan, ik wilde nog meer van Maleisië zien voor ik in Bali (Indonesië) met de twee broers af zou spreken, op dat moment nog 'maar' zo'n 6 weken later. Dus met wat tips van Ivan en eindelijk een goede kaart in de broekzak begon ik dan aan de laatste 300 km naar Kuala Lumpur. Het weer was super, de weg niet erg druk en ik fietste langs eindeloze palmboomplantages vol met apen. De volgende dag kwam ik aan in Ipoh, waar ik met Suess afsprak, een Chinees-Maleisisch meisje met wie ik via-via in contact kwam en het geen probleem vond me rond te leiden voor een dagje. Ook met haar weer in de auto, naar tempels en grotten in de hele omgeving, prachtige uitzichten vanaf hoge heuvels en als hoogtepunt nodigde ze me uit mee te gaan naar een feest van een Indische vriendin. Toevallig was het die dag blijkbaar een Indische feestdag, Deepavali noemden ze het. Ik ben vergeten waar het allemaal om draaide maar het was gewoon een leuk feest met lekker Indisch eten waar ik nog meer toffe mensen leerde kennen. 's Avonds laat nog met Suess de markten verkend om daarna afscheid te nemen en naar bed te gaan. 

Ook zij gaf me wat leuke tips waardoor ik het erg naar mijn zin had op de fietstocht de dagen erna. Wederom mooie weggetjes, uitzichten, dorpjes, mensen en ik kwam zelfs nog een andere fietser tegen die in tegenovergestelde richting aan het fietsen was. Zijn naam was Arnold, hij kwam uit Roemenië en was op weg naar Bangkok. Omdat we dus beiden naar plekken gingen waar de ander eerder geweest was konden we makkelijk wat tips uitwisselen voordat we ieder weer onze eigen weg gingen. 

Uiteindelijk brak dan de dag aan waarop Kuala Lumpur binnen bereik was. Ik had normaal tijdens het fietsen meer een geniet-van-het-moment gevoel waarbij ik me niet zo druk maakte over de bestemming van die dag, op de fiets ben je nou eenmaal langzaam en als je ergens snel wezen moet, dan moet je simpelweg niet de fiets pakken. Vandaag was dat toch een beetje anders, ik was nu zo dichtbij! Phnom Penh - Kuala Lumpur was via de route die ik gevolgd had toch zo'n 2,500 km, een niet geringe afstand en al helemaal voor een goedkoop Chinees fietsje. De twee maanden dat ik met Kim reisde en mijn fiets in Bangkok achterliet niet meegeteld had ik er toch ruim twee maanden over gedaan, en nu was ik er dan eindelijk! Ditmaal had ik na de teleurstelling in Vietnam (toen ik in Saigon aankwam op de motor) maar geen verwelkomings comité met trompetten en Miss. Maleisië 2010 verwacht (al hoopte ik stiekem toch op een surprise party). Ondanks dat ik me al in een bebouwde omgeving bevond voelde ik me pas echt in Kuala Lumpur toen ik in de verte de bekende Petronas Towers op zag doemen. Wauw, ik heb het écht gehaald! Een paar uur later en ik had met wat tips van anderen een leuk hostel gevonden en kon even heerlijk uitrusten. 

In datzelfde hostel ontmoette ik een aantal interessante mensen met wie ik tijdens mijn verblijf in KL optrok. Er was Sandy, een Indische jongen van rond de 25 die net vanuit India naar Maleisië was gekomen op zoek naar werk. Dan waren er ook nog twee Britse jongens net iets jonger dan ik die samen door Azië reisden. Ze kenden elkaar van school en het was grappig om te zien hoe veel ze van elkaar verschilden. De één was ontzettend zelfstandig en ondernemend, de ander was een beetje sukkelig (op een dag kwam hij met een geschoren kop z'n kamer uit en vertelde trots dat het de eerste keer was dat hij zich geschoren had en dat reizen helemaal om nieuwe ervaringen gaat). Verder waren er nog een heel stel mensen die ik dagelijks in het hostel zag. 

Kuala Lumpur bleek een best fijne stad te zijn. Ik bezocht China town, de Batu caves en op de laatste dag samen met een Britse jongen, Ross, het hoogtepunt van mijn bezoek aan deze stad; de Petronas Towers. Ik moest er 's ochtends vroeg om 6 uur voor uit bed om vervolgens ruim 1,5 uur in de rij te staan voor tickets, maar het was het helemaal waard. Doordat ik er zo vroeg bij was kon ik de beste tickets van de dag krijgen: helemaal naar de hoogste verdieping rond zonsondergang. Elke avond in KL had het tot dan toe geregend, en af en toe kwam het echt flink naar beneden. Deze avond was het echter anders, het weer was prachtig en de zonsondergang echt fenomenaal, we hadden een uitzicht over de hele stad en omgeving en alles had een oranje gloed. Dit was dan ook mijn laatste nacht hier aangezien een paar dagen eerder voor de volgende dag een vlucht geboekt had naar Sarawak, één van de twee 
Maleisische staten in Borneo.

Op mijn laatste dag in KL (mijn vlucht was pas in de avond) fietste ik nog wat rond en kocht ik wat nieuwe kleding, waaronder een typisch Maleisisch shirt met felle kleuren. Normaal worden deze shirts gedragen op bruiloften of andere formele situaties, maar ik vond ze zo cool dat ik er een paar kocht om gewoon te dragen, zij het buiten Maleisië omdat het hier een beetje vreemd zou zijn er mee over straat te lopen. Ik vertel dit allemaal omdat het later nog relevant wordt =)

Uiteindelijk nam ik afscheid van de mensen die ik in het hostel ontmoet had, nam een bus naar het vliegveld en enkele uren later, inmiddels middernacht, bevond ik me in een bed, in een hostel in Kuching, de hoofdstad van Sarawak. Over mijn tijd in Borneo schrijf ik in het volgende bericht!

Jochem.