Laatste hoofdstuk in Thailand!

27 juli 2011 - Perth, Australië

Hoi hoi!

Het volgende bericht alweer, ik heb nog maar weinig tijd natuurlijk!

Vanaf Nakhon Si Thammarat vervolgde ik mijn fietstocht naar het zuiden. Onderweg regende het een beetje maar het was niet hinderend. Fietsend langs de kust was er wel een erg sterke wind, die mij gelukkig meer vooruit blies dan tegenhield. Ook had ik wat problemen met mijn ketting maar dat was vrij snel verholpen. Al met al was ik vrij snel op mijn bestemming van die dag, een piepklein dorpje aan zee genaamd Hua Sai. Nadat ik incheckte bij het enige hotel in de omgeving, ging ik naar de markt om wat te lunchen, verbazingwekkend genoeg de beste Pat Thai die ik tot dan toe ooit gegeten had! Ik liep nog wat meer rond over de markt en stond bij een kraampje toen ik ineens een andere blanke naast me zag staan. Ik was verbaast een andere farang te zien zo ver van de toeristenplekken en hij leek hetzelfde te denken. Toen we elkaar begroetten herkende ik zijn accent duidelijk: een Nederlander!

Hij heette Ron, gaf Engels les in een wat verderop gelegen dorpje en was hier in het weekend om uit te rusten. Dat betekende dus dat hij ook nog eens in hetzelfde hotel als ik verbleef! We besloten wat verderop een biertje te drinken. Van een biertje ging het naar twee, naar drie, naar de volgende tent, naar vijf, naar wat Thaise vrienden van hem, naar "ik ben de tel kwijt en ik weet njiet hoeveel vingers juh opstjeekt". De avond was inmiddels gevallen en we waren nog niet klaar. Hij had een motor en liet mij rijden terwijl hij achterop zat en mijn fiets optilde, zodat we mijn fiets makkelijk terug naar het hotel konden brengen. Toen weer terug het dorp in en we gingen naar nog een aantal gekke tenten die ik nooit zelf had kunnen vinden. Wat een gekke avond!

De volgende dag was het echt ontzettend slecht weer en het kwam met bakken uit de lucht. Ik besloot dus maar een dagje te blijven en met Ron op te trekken. Hij praatte graag en in plaats van bier deden we het nu maar netjes met een koffie, en zo lulden we eigenlijk de dag weg waarbij we nog wat rondreden op de motor. Die dag ging ik weer redelijk vroeg naar bed omdat ik de volgende dag graag weer verder wilde gaan; het was gezellig met Ron maar verder was er echt niets te doen in dat plaatsje.

Die ochtend was het nog licht aan het regenen maar ik had de hoop dat het die dag op zou klaren, helaas zou later blijken dat ik er falikant naast zat. Ik nam afscheid van Ron en trapte verder, met een hand aan het stuur en in mijn andere hand een paraplu. Langzaam werd het weer slechter en slechter en ondanks dat ik op de momenten dat het echt hard regende meestal ergens kon schuilen, fietste ik meestal gewoon door. Tussen Hua Sai en Songkhla (het doel van die dag) was vrijwel niets en dus moest ik wel verder als ik die avond een warm bed wilde hebben. Het bleef maar regenen en regenen en ondanks dat het niet erg koud werd, was ik wel bang dat al mijn spullen weer doorweekt zouden worden zoals eerder op weg naar Hua Hin gebeurde. Na een lange tocht van minstens 8 uur kwam ik dan na een veerpont genomen te hebben eindelijk aan in Songkhla! Daar een hotel gevonden en gelukkig was alles nog droog, blijkbaar hielpen de plastic zakken waar ik nu alles in verpakt had goed.

Na even uitgerust te hebben en een goede douche, was het al donker geworden. Ik ging naar buiten voor avondeten, mijn paraplu was aan flarden maar gelukkig kon ik er een lenen van het hotel. Het ging echt tekeer, de straten vormden rivieren en op een gegeven moment vlogen er zelfs afvalbakken rakelings langs me heen. Ik zorgde dat ik zo snel mogelijk een restaurantje vond (veel waren die avond gesloten) en at daar mijn diner, om dan maar weer  terug naar het hotel te gaan waar het warm en droog was.

Die nacht sliep ik goed, ik had niet het plan vroeg op te staan na zo'n zware dag dus toen ik wakker werd was het al licht buiten. Ik nam een douche, pakte alles in en merkte dat er geen electriciteit was. Eenmaal op straat scheen de zon gelukkig weer maar er was overal puin, mensen waren bezig met opruimen en overal was schade. Zelfs toen ik langs de stadsmuur fietste bleek daar een gigantisch gat in te zitten. Het was ontzettend moeilijk om een plek voor ontbijt te vinden; alles was om begrijpelijke redenen gesloten. Zelfs de 7/11 was dicht, en dat had ik nog nergens anders in Thailand gezien! Uiteindelijk vond ik een klein restaurantje die een beperkt menu aanbood. Beperkt omdat ze niets konden klaar maken zonder electriciteit en de koeling het natuurlijk ook niet deed. Voor ik mijn ontbijt opgediend kreeg kwamen er nog wat andere blanken binnen (wederom Engels leraren) waarmee ik in gesprek kwam: ze vertelden me dat het een flinke orkaan was gisteren. En daar ben ik dus doorheen gefietst!

Aangezien hier alles in puin lag en de Engels leraren mij vertelden dat het wellicht beter was in Hat Yai, wat maar zo'n 40 k m verderop inlands lag, besloot ik daar diezelfde middag heen te fietsen. Inderdaad leek het eerst beter te worden, halverwege kwam ik weer langs een 7/11 die wel open was (en dus electriciteit had) en er was minder puin op de weg. Toen zag ik in de verte helicopters, een tijdje later velden met mensen en toen ik uiteindelijk een afslag nam richting het centrum van Hat Yai, kwamen honderden mensen vanuit de tegenovergestelde richting. Ik ging echter gewoon verder en zag toen dat de straat onderwater lag. In Chiang Rai, waar ik maanden eerder geweest was, had ik dit ook al gezien en daar was het dan meer een soort grote plas, je reed er gewoon doorheen en aan de andere kant was het dan weer droog. Dus ik fietste door het water verder. Het werd dieper en dieper, er waren huizen met zandzakken afgezet en mensen in (geimproviseerde) bootjes. Toen ik op een gegeven moment echt niet verder kon fietsen nam ik een willekeurige afslag die weer verder uit het centrum liep en gelukkig ging de weg daar omhoog zodat ik even later weer op het droge stond.

Het was al laat in de middag en dit was de enige grote stad in de omgeving, dus ik moest hier eigenlijk wel een hotel vinden. Ik ging hotel na hotel af maar de meeste waren gesloten of vol. Ik bevond me op een gegeven moment in een buitenwijk en na wat navraag bij verschillende mensen liet een wat ouder vrouwtje mij een kamer zien in iets waarvan ik dacht dat het een hotel was. Ze haalde een van haar zonen er bij die Engels sprak en hij vertelde mij dat ik hier kon verblijven als gast van de familie, gratis en voor niets! 's Avonds at ik met de hele familie en ze vertelden me onder andere dat het water zo'n 5m hoog stond in het centrum, en dat dit een van de weinige wijken was die droog was en electriciteit had.

Blijkbaar was het overal in de omgeving overstroomd maar gelukkig mocht ik van de familie een paar dagen blijven. Ze hadden een zoon die weinig Engels sprak maar een gitaar had en maar al te graag wat wilde leren, een jong dochtertje die graag tekeningen maakte en een oudere zoon en zijn vriendin die wel vloeiend Engels spraken en me maar al te graag rondleidden door de omgeving.

Uiteindelijk zakte het water weer en kon ik mijn reis voortzetten, nadat ik de familie ontzettend bedankt had een een paar kado's gegeven had als blijk van dank. Het is voor mij typisch Thailand; zo ongelofelijk gastvrij!

Ik was nu niet ver meer van de grens, na een nachtje in weer een klein dorpje met de naam Sadao (ik geef toe, veel van voor veel van die namen moet ik wel even afkijken op de kaart hoor!), een zo weinig bezocht plaatsje dat sommigen haast hysterisch werden wanneer ik voorbij fietste. In China nemen ze foto's van of met je, in landelijk Thailand gedragen ze zich alsof hun idool langskomt. Maar ik was dan wel helemaal vanaf Phnom Penh gefietst dus een beetje roem was wel verdiend dacht ik zo.

De volgende dag was het moment dan aangebroken: nog een laatste telefoontje met Kim, Ron en wat anderen, en toen de grens over! Na meer dan 3,5 maand dan eindelijk in het volgende land van mijn reis: Maleisie! Maar reken maar dat ik nog een keer terug kom in Thailand, misschien zelfs binnen aanzienbare tijd. Gelukkig had ik ook in Maleisie een fantastische tijd, daar schrijf ik zeer binnenkort over.

Groeten!

Jochem